(historische duiding door Francis Stijnen, historicus en schepen stad Turnhout)

De Eerste Wereldoorlog, waarin Nederland neutraal bleef, was ongezien qua impact en dodenaantallen. De loopgravenstellingen die zich uitstrekten van de Noordzee tot in de Alpen kostten miljoenen jonge mannen het leven. Op 11 november 1918, de dag van de wapenstilstand, telde deze verschrikkelijke oorlog ruim 35 miljoen doden, gewonden en vermisten in Europa, maar ook daarbuiten.  

In België alleen al vielen er tussen de 500.000 en 600.000 doden uit 104 verschillende landen. Ook 24.000 burgers lieten het leven. “Nooit meer oorlog”, klonk het op 11 november 1918, maar 22 jaar later stond de wereld weer in vuur en vlam…

Op 4 augustus 1914 vielen Duitse troepen het neutrale België binnen met de bedoeling om volgens hun Schlieffenplan snel op te rukken naar het noorden van Frankrijk. Zo konden ze Parijs ontsluiten en de overmacht van de Franse troepen, die zich in de Elzas bevonden, in de rug aanvallen. Na 42 dagen moest de klus geklaard zijn om daarna het gemobiliseerde Russische leger te verslaan. Het Belgische leger was niet opgewassen tegen de overmacht en in twee maanden tijd viel bijna het hele grondgebied in Duitse handen, op Baarle-Hertog en één klein stukje Vlaanderen na, de Westhoek achter de IJzer. Met steun van Franse en Britse troepen hield het Belgische leger stand en zou de frontlijn nauwelijks nog verschuiven. Vier jaren loopgravenoorlog volgden, het landschap werd herschapen in een aaneenrijging van bomputten, prikkeldraad, modder en vernielde gebouwen. Het gewone leven had opgehouden met bestaan…

Augustus 1914
Reeds bij het eerste oorlogsgeweld in augustus rond Luik en Tienen kwam er in België een vluchtelingenstroom op gang. Deze werd nog versterkt toen de berichten doorsijpelden van represailles op gewone burgers. Zo werden op 25 augustus 1914 in Leuven 218 burgers terechtgesteld en meer dan 2.000 huizen in brand gestoken. 

Tijdens de inval in België zouden vele steden en gemeenten getroffen worden door Duitse wreedheden. Zeker 5.000 burgers, waaronder ook vrouwen en kinderen, werden vermoord. De schrik zat er bij de bevolking stevig in en de verhalen in de kranten en de volksmond deden de radeloosheid toenemen.

Toen op 18 augustus 1914 de stad Turnhout geconfronteerd werd met de Duitse soldaten en de eerste burgerslachtoffers vielen, ontstond er een enorme vluchtelingenstroom richting het neutrale Nederland. Rijkere burgers en adel huurden panden in Nederland, geestelijken trokken naar kloosters van hun orde over de grens en gezinnen met familie in Nederland kregen daar onderdak, maar vele anderen staken zonder een concreet doel de grens over naar het neutrale Nederland, zolang het nog kon…

Op 8 oktober startte officieel de Duitse bezetting van de stad Turnhout. Eén dag later viel ook Antwerpen, maar op 18 oktober stokte het Duitse offensief aan de IJzer. Niet alleen vluchtelingen staken de grens over naar Nederland, ook deserteurs of soldaten en vrijwilligers die op die manier via Nederland zich bij het Belgische leger gingen vervoegen aan de IJzer. 

Om dat te voorkomen startte in het voorjaar van 1915 de aanleg van de dodendraad op de grens met Nederland, een 332 kilometer lange draadversperring van Knokke tot de Voerstreek die onder dodelijke elektrische hoogspanning werd gezet om te voorkomen dat er nog ongecontroleerd grensverkeer tussen het neutrale Nederland en het bezette België zou plaats vinden. De grens oversteken werd een zaak van leven of dood…

1.000.000
De eerste maanden van de oorlog waren ongeveer één miljoen vluchtelingen naar Nederland getrokken om bescherming te zoeken voor het oorlogsgeweld. Velen keerden wel terug na 18 oktober 1914 toen duidelijk werd dat het slagveld zich concentreerde in West-Vlaanderen en het in de rest van België wel bezet, maar toch rustig bleek. 

Begin 1915 verbleven ongeveer nog 100.000 Belgische vluchtelingen in Nederland. Zij die niet direct een oplossing hadden voor huisvesting of daar niet de middelen toe bezaten, werden ondergebracht in vluchtoorden onder toezicht van de Nederlandse overheid voornamelijk in Nunspeet, Ede en Uden.
In Uden werd 35 ha heidegrond vrijgemaakt om er in ijltempo een vluchtoord op te bouwen en in te richten. Reeds vanaf februari 1915 kwamen uit andere tijdelijke kampen de eerste vluchtelingen aan. Eind 1917 telde het vluchtoord 7.500 inwoners. Het Vluchtoord was groter dan de gemeente Uden zelf en onder die vluchtelingen in Uden bevonden zich meer dan 1.500 Turnhoutenaren. Tijdens het verblijf in Uden werden er een honderdtal nieuwe Turnhoutse kinderen geboren. Het Vluchtoord was een echt dorp op zich en in niets te vergelijken met het beeld dat wij vandaag hebben van vluchtelingenkampen in het Midden-Oosten of in Afrika. Het was een volledig uitgeruste gemeenschap met 33 grote houten slaapbarakken, maar ook huisjes voor de bewoners. Er was een eigen kerk, eigen scholen, een ziekenhuis, werkplaatsen en winkels, grote eetzalen, een postkantoor, een politiepost, een badinrichting, een kapper en een bibliotheek maar ook ruimte voor ontspanning en sport. De bewoners zorgden mede voor het onderhoud en het bereiden van de maaltijden, terwijl kinderen er op school zaten. Er was ook een ruimte waar meisjes en vrouwen konden kantklossen, een Turnhoutse traditie.

Op het einde van de oorlog keerden de vluchtelingen terug naar België en werd het Vluchtoord afgebroken. Wat overbleef waren niet alleen de documenten, de foto’s en een deel materiële erfgoed. Er waren nieuwe relaties ontstaan, in het Vluchtoord, maar ook tussen mensen uit het Vluchtoord en de inwoners van Uden. 

Naar aanleiding van de herdenking van 100 jaar Wereldoorlog I en 100 jaar Vluchtoord Uden werden de banden tussen Uden en Turnhout terug aangehaald. Het gaf de ideale context om dankbaarheid uit te spreken voor de opvang en de wijze van aanpak in Uden en Nederland van de vluchtelingenproblematiek tijdens de Eerste Wereldoorlog, bijzonder voor de opvang van toch meer dan duizend inwoners uit Turnhout. Het is een historisch feit dat we moeten blijven herdenken en waarvan de context tot op vandaag jammer genoeg actueel blijft.

Turnhout, 5 september 2022, 

Francis Stijnen